Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 december 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 66,67;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 133,33;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar de helft van het griffierecht oftewel € 25 aan belanghebbende moet vergoeden;
- bepaalt dat de Staat der Nederlanden de helft van het griffierecht oftewel € 25 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 104,62 aan proceskosten aan belanghebbende.
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot betaling van € 104,63 aan proceskosten aan belanghebbende;
- beslist dat, voor zover de vergoeding van het griffierecht en de vergoeding van proceskosten niet tijdig wordt betaald, de wettelijke rente daarover in zoverre is gaan lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan.
Informatie over hoger beroep
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.