ECLI:NL:RBZWB:2024:8702

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
BRE 24/1302 BELEI
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing hoog persoonlijk kilometer budget wegens medische beperkingen

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometer budget behandeld. Eiseres, die lijdt aan chronische nierinsufficiëntie en andere medische aandoeningen, had op 18 september 2023 een aanvraag ingediend voor een vergoeding voor taxivervoer. De aanvraag werd afgewezen omdat verweerder meende dat eiseres met behulp van een hulpmiddel en begeleiding in staat was om met de trein te reizen. Eiseres maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing onvoldoende gemotiveerd is, vooral gezien de medische informatie die aantoont dat eiseres niet in staat is om zelfstandig te reizen. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en vernietigt het bestreden besluit. Verweerder moet binnen twaalf weken een nieuw besluit nemen, rekening houdend met de uitspraak en de nieuwe medische informatie die eiseres heeft ingediend. De rechtbank bepaalt ook dat het betaalde griffierecht aan eiseres moet worden vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/1302 BELEI

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 december 2024in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres,

en
de directie van [verweerder 1] B.V., nu genaamd [verweerder 2] B.V. [1] , verweerder.

Inleiding

In deze uitspaak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometer budget.
In het besluit van 25 september 2023 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor een hoog persoonlijk kilometer budget afgewezen, omdat eiseres eventueel met gebruik van een hulpmiddel, zoals een rolstoel of scootmobiel of een persoonlijk begeleider, nog met de trein kan reizen. Eiseres heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 13 november 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 5 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en de gemachtigde van verweerder, mr. J. Ramnath.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank beoordeelt de afwijzing van het verzoek om een hoger persoonlijk kilometer budget onder meer aan de hand van de gronden die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
1.1.
Eiseres beschikt over een Valys-pas voor taxivervoer voor ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap. Daarmee kan zij 700 kilometer met de taxi reizen tegen een tarief van € 0,268 per kilometer.
1.2.
Op 18 september 2023 heeft eiseres een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor een hoog persoonlijk kilometer budget. Het hoog persoonlijk kilometer budget is een vergoeding waarmee iemand op jaarbasis maximaal 2.350 kilometer tegen een tarief van € 0,268 kilometer van de taxi gebruik kan maken.
Bij de aanvraag heeft eiseres een brief van de internist/nefroloog gevoegd waaruit blijkt dat eiseres sinds 2017 bekend is met chronische nierinsufficiëntie. Vanwege nierfalen wordt eiseres afhankelijk van nierfunctie vervangende therapie. Als gevolg van diabetisch mellitus heeft eiseres tevens neuropathie en visuele problemen ontwikkeld. Dit belemmert eiseres eveneens in het zelfstandig kunnen afleggen van grote afstanden.
1.3.
Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat eiseres volgens verweerder met gebruik van een hulpmiddel, zoals een rolstoel of een scootmobiel en begeleiding nog met de trein kan reizen.
1.4.
In het bestreden besluit is verweerder bij de afwijzing gebleven. Verweerder acht eiseres in staat om met de trein te reizen, al dan niet met persoonlijke begeleiding en/of een hulpmiddel. Verweerder is daarbij uitgegaan van de medische beoordeling van haar [arts] , die beschikte over de door eiseres ingebrachte medische informatie en het gemaakte bezwaar.
Waaraan wordt een aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometer budget getoetst?
2. De rechtbank stelt vast dat het ‘indicatieprotocol hoog persoonlijk kilometerbudget’ (hierna: het protocol) de grondslag voor de beoordeling van een aanvraag om een hoog persoonlijk kilometer budget vormt. Uit het protocol volgt dat de aanvrager in aanmerking komt voor een hoog persoonlijk kilometer budget als:
de aanvrager beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening, een Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart en
gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogenoemde ‘mens-machinecombinatie’) zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door de NS overschrijden, en/of
door persoonsgeboden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
Verweerder gaat er bij de beoordeling vanuit dat pashouders bij het reizen zo nodig gebruik maken van individuele begeleiding en/of de door de NS en Valys ter beschikking gestelde voorzieningen, zoals invalidentoiletten in stations en in de treinen en NS-assistentieverlening. De aanvrager van het hoog persoonlijk kilometer budget is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van eventuele begeleiding tijdens de reis. Onderdeel van de inhoudelijke beoordeling is of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria van het protocol rechtvaardigt.
Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) – de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken - gaan de in het Protocol neergelegde toekenningscriteria de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten. [2] Dit betekent dat verweerder bij het beoordelen van de aanvraag van eiseres dit Protocol kan toepassen.
Is het beroep tijdig ingediend?
3.1.
Voordat de rechtbank toekomt aan de inhoudelijke beoordeling van de beroepsgronden, zal de rechtbank moeten beoordelen of eiseres haar beroepschrift tijdig heeft ingediend. Met het bestreden besluit van 13 november 2023 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft op 16 januari 2024 beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit was buiten beroepstermijn van zes weken. [3] Uit de brieven van 22 april 2024 en 16 oktober 2024 volgt dat eiseres zich ook bewust was van de termijnoverschrijding. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of het beroep verschoonbaar te laat is ingediend.
3.2.
Op grond van artikel 6:11 van de Awb wordt een beroepschrift dat buiten de beroepstermijn is ingediend toch niet niet-ontvankelijk verklaard als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest.
3.3.
De rechtbank stelt vast dat uit rechtspraak van het College van beroep voor het Bedrijfsleven [4] volgt dat beoordeeld moet worden of het niet op tijd indienen van het beroepschrift aan de indiener kan worden toegerekend. Daarvan is sprake als de termijnoverschrijding het gevolg is van bijzondere omstandigheden die indiener betreffen, als deze is veroorzaakt door het handelen of nalaten van het bestuursorgaan en mogelijk ook als sprake is van andere redenen die tot overschrijding heeft geleid. Hierbij moet ook worden betrokken, naast toegang tot de rechter, de rechtszekerheid, voorspelbaarheid en rechtsgelijkheid. Als sprake is van een geringe verwijtbaarheid bij de indiener, dan is vervolgens de partijenconstellatie van belang. Bij een besluit waarbij de rechtszekerheid van actuele of potentiële derden met een tegengesteld belang in het geding is, zal er doorgaans minder ruimte zijn om verschoonbaarheid aan te nemen.
Bij bijzondere omstandigheden die de indiener betreffen kan in de eerste plaats gedacht worden aan persoonlijke omstandigheden aan de zijde van de indiener zelf, zoals psychisch onvermogen, ernstige ziekte of ongeval van de indiener, of ziekte of overlijden van diens naasten en de zorgtaken die daarmee gepaard gaan. In de tweede plaats valt te denken aan externe omstandigheden die voor overbelasting of stress bij de indiener zorgen. Bij de beoordeling van de verschoonbaarheid in geval van een beroep op bijzondere omstandigheden die de indiener betreffen wordt een op het individuele geval gerichte contextuele benadering gevolgd. Dit betekent dat alle omstandigheden van het geval in hun samenhang moeten worden bezien. Als zich bijzondere omstandigheden voordoen, moet de indiener minder snel worden tegengeworpen dat deze zaken had kunnen organiseren om termijnoverschrijding te voorkomen. [5]
3.4.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eiseres verschoonbaar te laat is ingediend. Uit de medische informatie volgt dat eiseres na ontslag uit het ziekenhuis meerdere keren per week naar het ziekenhuis moet voor dialyse. Gelet op de medische informatie die eiseres heeft overgelegd, valt naar oordeel van de rechtbank te constateren dat eiseres ten tijde van de beroepstermijn chronisch ziek was en dat haar situatie steeds meer verslechterde. Eiseres heeft hulp gevraagd bij het overnemen van haar administratie, maar dit is niet goed gegaan. Eiseres wordt niet bijgestaan door een professionele gemachtigde en heeft naar oordeel van de rechtbank geprobeerd om het zo goed mogelijk te regelen gedurende periode dat zij in het ziekenhuis lag. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat bij deze procedure geen andere belanghebbenden zijn betrokken en dat eiseres het beroepschrift slechts twee weken te laat heeft ingediend. Er was geen sprake van een grote termijnoverschrijding.
Gelet op alle feiten en omstandigheden, namelijk de chronische ziekte van eiseres en haar verslechterende situatie, de zware behandeling die zij moest ondergaan, dat zij heeft geprobeerd om hulp in te schakelen, dat zij niet wordt bijgestaan door een professionele gemachtigde, er geen andere belanghebbenden bij de zaak zijn betrokken en de beroepstermijn met slechts twee weken is overschreden, komt de rechtbank tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht.
Is eiseres – strikt medisch gezien – in staat om met de trein te reizen?
4.1.
Eiseres stelt dat zij vanwege medische beperkingen niet in staat is om met de trein te reizen. Zij heeft diabetes type 2 en een chronische nierziekte. Als gevolg daarvan ervaart eiseres extreme vermoeidheid en is haar conditie matig tot slecht. Daarnaast heeft eiseres last van neuropathie en visuele problemen. Anders dan door verweerder wordt gesteld, neemt de vermoeidheid van eiseres niet af door rust. Van een scootmobiel kan eiseres geen gebruik maken, omdat zij visuele beperkingen heeft,Er komt ook nog bij dat eiseres niervervangende therapie moet ondergaan (dialyse). Zij gaat drie keer per week naar het ziekenhuis voor een vier uur durende dialyse. Dat is een zeer intensieve behandeling. In het beroepschrift heeft eiseres uiteengezet dat zij veel slaapt en heel vermoeid is. Zij doucht zittend, gaat zittend de trap af, kookt zittend en valt overdag in slaap. Eiseres is aan haar ogen meerdere keren geopereerd, maar ziet slecht met beide ogen.
Daarnaast stelt eiseres dat zij ook geen hulp heeft om met het openbaar vervoer te reizen. De dichtstbijzijnde persoon woont in [plaats 2] . Haar zoon en zus wonen veel veder weg. Met de Valyspas kan zij toch haar familie bezoeken en af en toe genieten van het leven, ondanks haar ziekte. Vanwege de afstanden komt familie maar weinig en kort bij eiseres langs. Op dit moment worden de kosten voor de Valyspas door de familie van eiseres vergoed. Door haar lage inkomen kan zij dit zelf niet voldoen.
4.2.
Verweerder stelt dat er aangepaste voorzieningen zijn voor slechtziende mensen. Daarnaast kan eiseres gebruik maken van een begeleider ter ondersteuning. Uit het beroepschrift maakt verweerder op dat deze stelling door eiseres niet wordt betwist. Het is echter aan de aanvrager om een begeleider te regelen. Ook kan eiseres reizen met behulp van een hulpmiddel, zoals bijvoorbeeld een duwrolstoel. Door gebruik te maken van een hulpmiddel wordt de inspanning tot een minimum beperkt. De begeleider kan de rolstoel duwen en eventuele bagage meenemen.
Daarnaast stelt verweerder dat bij de beoordeling van het hoog persoonlijk kilometer budget geen rekening wordt gehouden met de eindbestemming van de reis. Het is begrijpelijk dat het reizen met de trein voor eiseres een stuk omslachtiger en vermoeiender is dan reizen per taxi, maar het reizen met de trein is niet onmogelijk. Vermoeidheid kan alleen een grondslag zijn voor toekenning van het hoog persoonlijk kilometer budget wanneer hierdoor een medisch nadeligere situatie ontstaat die van blijvende aard is. Door gebruik te maken van een hulpmiddel en een begeleider zal de inspanning tot een minimum wordt beperkt en de vermoeidheidsklachten minder opspelen.
De door eiseres ingebrachte medische informatie is door de arts gelezen. Deze blijft echter bij het standpunt dat reizen voor eiseres medisch gezien mogelijk is met behulp van een hulpmiddel en begeleider. Daarnaast wordt in beide brieven niet betwist dat reizen voor eiseres onmogelijk is met begeleiding en een hulpmiddel.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiseres stikt medisch gezien in staat moet worden geacht met een hulpmiddel met de trein te kunnen reizen. Uit het bestreden besluit en de daaraan ten grondslag liggende rapportage van de arts volgt in zeer algemene overwegingen dat eiseres strikt medisch gezien in staat moet worden geacht met de trein te kunnen reizen. Uit de medische informatie bij de aanvraag volgt dat eiseres last heeft van een chronische nierziekte waardoor zijn veel vermoeidheid ervaart en haar conditie slecht is. Ook heeft zij last van neuropathie en visuele problemen. In bezwaar heeft eiseres vervolgens nog uiteen gezet dat de vermoeidheid als gevolg van haar ziekte niet minder zal worden bij rust. Ook kan zij gelet haar visuele problemen geen gebruik maken van een scootmobiel en betreft de dialyse een chronische behandeling die niet van voorbijgaande aard is.
Uit het rapport van de arts volgt naar oordeel van de rechtbank niet waarom eiseres – strikt medisch gezien – in staat is met het openbaar vervoer te reizen, al dan niet met gebruik van een hulpmiddel. Uit de ingebrachte medische informatie blijkt dat bij een chronische nierziekte een recuperatietijd niet bijdraagt aan verminderende vermoeidheidsklachten. Echter, de arts stelt toch dat gebruik van een hulpmiddel de lichamelijke inspanning wordt verminderd en dat het valrisico wordt verminderd. Met een rolstoel zou eiseres bijna alle treinstations van NS terecht kunnen. Hierbij gaat de arts naar oordeel van de rechtbank echter niet in op de ingebrachte medische informatie die stelt dat eiseres ook met voldoende rust zeer vermoeid blijft en dat de vermoeidheid het reizen bemoeilijkt. Dat eiseres met behulp van een hulpmiddel, gelet op de vermoeidheid die met rust niet weggaat, toch met de trein kan reizen wordt door de arts van verweerder niet onderbouwd. Daarnaast blijkt uit de rapportage niet dat er ook rekening is gehouden met de andere klachten die eiseres heeft. Er wordt slechts kort en summier in gegaan op de chronische nierziekte, maar niets opgemerkt over de neuropathie en visuele klachten die eiseres heeft. De arts gaat in hele algemene bewoordingen in op het protocol en neemt vervolgens een kort standpunt in dat eiseres vanuit strikt medisch optiek met de trein kan reizen, al dan niet met begeleiding en een hulpmiddel. Er is naar oordeel van de rechtbank echter geen sprake van een gedegen motivering waaruit dit standpunt kan volgen. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat ter zitting door de gemachtigde van verweerder naar voren is gebracht dat uit de medische informatie volgt dat eiseres niet in staat is zelfstandig te reizen, maar dat zij dat met een begeleider wel kan. Deze stelling gaat volgens de rechtbank, zonder nadere motivering, niet op. Dat eiseres niet zelfstandig kan reizen, maakt naar oordeel van de rechtbank dat zij dat per definitie met een begeleider en gebruik van het hulpmiddel wel kan reizen met de trein. Dat standpunt moet door verweerder beter worden gemotiveerd, waarbij een op eiseres gemaakte beoordeling moet worden gemaakt. Dit betekent dat de rechtbank het beroep gegrond zal verklaren.
Zijn er bijzondere omstandigheden die afwijking van het protocol rechtvaardigen?
5.1.
Ter zitting heeft eiseres naar voren gebracht dat haar medische situatie maakt dat er van het protocol zou moeten worden afgeweken. De zware en intensieve behandeling zorgt ervoor dat eiseres niet in staat is om met het openbaar vervoer te reizen. Zelfs niet als al zou blijken dat eiseres begeleiding kan vinden.
5.2.
De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting toegelicht dat in de beoordeling van het hoog persoonlijk kilometer budget er geen reden is om van het protocol af te wijken.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder had moeten beoordelen of er sprake is van omstandigheden die nopen tot het afwijken van het protocol, zoals bedoeld in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van dat artikel handelt het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregel (in dit geval het protocol), tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Naar oordeel van de rechtbank zijn er omstandigheden die kunnen leiden tot afwijking van het protocol. Eiseres ondergaat meerdere keren per week een dialyse in het ziekenhuis. Uit de overgelegde medische informatie blijkt onder meer dat, anders dan de arts stelt, de vermoeidheid die eiseres ervaart met rust niet zal verminderen. De stelling dat er door gebruik van een hulpmiddel en begeleiding minder belasting en dus minder vermoeidheid ontstaat kan op zichzelf gezien wel juist zijn, maar in combinatie met de nierziekte van eiseres blijkt uit de medische informatie iets anders. De behandeling duurt enkele jaren, nu eiseres moet wachten op een nieuwe nier. Nu verweerder niet heeft bezien of er reden is om van het protocol af te wijken, dient zij dit alsnog te doen. Daarbij dient er rekening te worden gehouden met de door eiseres bij de aanvraag, in bezwaar en in beroep ingebrachte medische informatie.
Wat betekent dit voor eiseres haar aanvraag om een hoog persoonlijk kilometer budget?
6.1.
Uit het voorgaande volgt dat verweerder de aanvraag van eiseres om een hoog persoonlijk kilometer budget ten onrechte heeft afgewezen. Verweerder zal opnieuw moeten beoordelen of eiseres strikt medisch gezien in staat is met de trein te reizen. Daarnaast zal verweerder moeten beoordelen of er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat van het protocol zal moeten worden afgeweken. Dit betekent niet dat nu aan eiseres wordt toegezegd dat zij in aanmerking komt voor een hoog persoonlijk kilometer budget. Verweerder moet een nieuwe beoordeling maken.
6.2.
De rechtbank stelt ook vast dat eiseres bij haar beroepsgronden – bij de rechtbank ontvangen op 16 oktober 2024 – nieuwe medische informatie heeft ingebracht. Uit deze informatie blijkt dat de medische situatie van eiseres is veranderd, omdat zij nu drie keer per week een vier uur durende homodialyse ondergaat. Ter zitting is gebleken dat deze nieuwe informatie niet is aangemerkt als nieuwe aanvraag als bedoeld in het protocol. De rechtbank is van oordeel dat verweerder op zijn minst had moeten navragen of eiseres hiermee een nieuwe aanvraag wilde indienen. Nu de rechtbank het beroep gegrond verklaart, zal verweerder deze nieuwe informatie ook moeten meenemen in de beoordeling.

Conclusie en gevolgen

7. De rechtbank zal het beroep gegrond verklaren. Daarom vernietigt de rechtbank het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen mogelijkheid om zelf in de zaak te voorzien, omdat er een medische beoordeling zal moeten worden gemaakt. De rechtbank zal verweerder daarom opdragen om binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak.
8. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank aan eiseres het door haar betaalde griffierecht moet vergoeden.
9. Er zijn geen overige kosten die voor een proceskostenveroordeling in aanmerking komen.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt het college op binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
  • draagt het college op het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. de Roo griffier, op 20 december 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage

Wettelijk kader
Algemene wet bestuursrecht:
Artikel 4:84
Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Voetnoten

1.In zaken als deze werden de bevoegdheden voorheen door de Forensische Medische Maatschap Utrecht (FFMU) Advies B.V. handelend onder de naam Hoog PKB uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2021 is FFMU opgegaan in medTzorg B.V. MedTzorg B.V. behoort samen met medTadvies B.V. ot de MedTzorg Groep (zie ook:
2.Zie bijvoorbeeld CRvB 15 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2554, CRvB 21 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1189 en CRvB 13 juni 2012, ECLI:CRVB:2012:BW8656.
3.Uit artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat de termijn voor het indienen van het beroep zes weken bedraagt.
4.CBB 30 januari 2024, ECLI:NL:CBB:2024:31.
5.CRvB 22 juni 2024, ECLI:NL:CRVB:2018:1258 en CRvB 8 mei 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:932.