Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, een B.V., had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 19 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Moergestelseweg te Oisterwijk op 19 juni 2023. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 16 december 2024 is de zaak behandeld. De officier van justitie was vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. De gemachtigde van de betrokkene heeft aangevoerd dat de meting niet conform de gebruiksaanwijzing is verricht, omdat het statief van de Multaradar-CT op een zachte ondergrond zou hebben gestaan, wat de meetresultaten zou kunnen vervalsen. De gemachtigde verzocht om de sanctiebeschikking te vernietigen en om een proceskostenvergoeding.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is vastgesteld. De verklaring van de verbalisant en de foto in het dossier gaven voldoende aanleiding om aan te nemen dat de meting correct was uitgevoerd. De kantonrechter heeft geen reden gezien om te twijfelen aan de juistheid van de meting of de verklaring van de verbalisant. De boete is derhalve terecht opgelegd en het beroep is ongegrond verklaard. Ook is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.