ECLI:NL:RBZWB:2025:108
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van 22 maart 2024. De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd over het tijdvak van 9 augustus 2022 tot en met 8 augustus 2023, ter hoogte van € 1.342, en een verzuimboete van € 671 opgelegd. De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 29 november 2024 behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig was. De rechtbank concludeert dat belanghebbende correct is uitgenodigd voor de zitting en dat de naheffingsaanslag en de boetebeschikking terecht zijn opgelegd. De rechtbank stelt vast dat de auto van belanghebbende, die geschorst was, op de openbare weg stond geparkeerd, wat in strijd is met de schorsingsvoorwaarden. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag en de boetebeschikking terecht heeft opgelegd en dat er geen aanleiding is voor vermindering van de boete, aangezien belanghebbende op de hoogte was van de schorsingsregeling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag en de boete in stand blijven. Er wordt geen proceskostenvergoeding of griffierecht aan belanghebbende toegekend.