ECLI:NL:RBZWB:2025:110
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete in verband met inrichtingseisen bestelauto
Op 10 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank beoordeelde het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van 8 augustus 2023, waarbij een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 2.104 en een verzuimboete van € 2.104 waren opgelegd. De inspecteur had het bezwaar gegrond verklaard en de verzuimboete verminderd naar € 526. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag en de boetebeschikking ten onrechte waren opgelegd, omdat de auto van de belanghebbende niet voldeed aan de fiscale inrichtingseisen voor een bestelauto. De rechtbank vernietigde de verzuimboete en verminderde de naheffingsaanslag naar € 1.052, waarbij de periode van 14 mei 2021 tot en met 13 november 2021 als uitgangspunt werd genomen. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende in de veronderstelling verkeerde dat de auto voldeed aan de eisen voor een bestelauto, en dat hij alles had gedaan wat redelijkerwijs van hem verwacht mocht worden. De rechtbank concludeerde dat de uitspraak op bezwaar niet voldoende gemotiveerd was en dat de inspecteur het griffierecht en de proceskosten aan de belanghebbende moest vergoeden.