ECLI:NL:RBZWB:2025:216
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen WOZ-beschikking en onroerendezaakbelasting
Op 17 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Middelburg. De zaak betreft een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar van de belanghebbende tegen de WOZ-beschikking 2023 en de bijbehorende aanslag onroerendezaakbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van het bezwaar op 15 maart 2023 eindigde, terwijl het bezwaarschrift pas op 13 maart 2024 was ingediend. De rechtbank concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij redelijkerwijs niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de beslissing van de heffingsambtenaar. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.