ECLI:NL:RBZWB:2025:2582
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Woo-verzoek
Op 29 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 28 maart 2025. De opposant had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Financiën op zijn Woo-verzoek van 21 mei 2024, dat betrekking had op een boekenonderzoek in 2012. De rechtbank verklaarde het beroep op 28 maart 2025 niet-ontvankelijk, waarop de opposant verzet heeft ingesteld. De rechtbank heeft in deze verzetzaak beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was en of het verzet gegrond was.
De rechtbank oordeelde dat het verzet ongegrond was. De rechtbank legde uit dat de minister binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling op 6 augustus 2024 had beslist, en dat de opposant niet voldoende had aangetoond dat zijn rappel van 21 juni 2024 gelijkstond aan een ingebrekestelling. De rechtbank concludeerde dat de eerdere uitspraak in stand bleef en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.