3.1Gelet op bovengenoemd artikel moet er sprake zijn van een besluit en een bezwaar tegen dat besluit voordat een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening inhoudelijk kan worden behandeld. Dit is het zogenaamde connexiteitsvereiste.
4. De voorzieningenrechter zal daarom eerst moeten beoordelen of de reactie van de burgemeester van 22 april 2025 een besluit is. Bij die beoordeling is van belang of het verzoek van 22 april 2025 kan worden gezien als een aanvraag. Bepalend daarbij is of degene die het verzoek heeft gedaan, aangemerkt kan worden als belanghebbende.
5. Ter zitting is door de gemachtigde van verzoekers , desgevraagd, gesteld dat verzoeker 1 alleen namens zichzelf het verzoek aan de burgemeester heeft gedaan. Expliciet is benoemd dat het verzoek niet mede is gedaan namens verzoekers 2 en 3 . Bepalend bij die beantwoording van de vraag of er sprake is van een aanvraag, is dus of verzoeker 1 aangemerkt kan worden als een belanghebbende.
6. Onder belanghebbende wordt verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit, is belanghebbende in de zin van de Awb.
7. Ter zitting heeft de gemachtigde van verzoekers zich op het standpunt gesteld dat verzoeker 1 belanghebbende is. Toegelicht is dat hij, als moslim, direct wordt geraakt door de inhoud van de lezingen. Hij maakt zich zorgen over gestelde extreme boodschappen die worden gedeeld en maakt zich zorgen over de veiligheid in Nederland. Hij wil ervoor waken dat er gevaarlijke statements worden verspreid. Het gaat hierbij om aspecten van veiligheid en openbare orde. Daarbij heeft hij een eigen belang, aldus verzoeker 1 .
8. De voorzieningenrechter stelt vast dat de lezing waartegen verzoekers zich verzetten in [plaats 2] plaatsvindt. Verzoeker 1 is zelf woonachtig in [plaats 1] . Anders dan verzoeker is de voorzieningenrechter van oordeel dat belangen van openbare orde en veiligheid in een andere gemeente dan waar verzoeker 1 woont, geen concreet, actueel en persoonlijk belang voor verzoeker 1 oplevert. De stelling van verzoekers dat de lezing op youtube wordt gedeeld en daarmee een breder bereik heeft, volgt de voorzieningenrechter niet. Ter zitting is door derde belanghebbende immers gesteld dat de lezingen alleen voor de bezoekers van de lezing zijn (zijnde nagenoeg enkel eigen mensen van de gemeenschap), niet worden gepubliceerd en niet op youtube worden gedeeld. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding te twijfelen aan deze mededeling. Een oordeel of het enkel delen van filmpjes op youtube aanleiding zou zijn om verzoeker 1 aan te merken als belanghebbende kan daarom achterwege blijven. Dat verzoeker 1 , als moslim, geraakt wordt door bepaalde, te verwachten, uitingen van de spreker op 1 mei 2025, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat verzoeker 1 een eigen, persoonlijk en actueel belang heeft dat rechtstreeks wordt geraakt. Ook anderszins is de voorzieningenrechter niet gebleken dat verzoeker 1 aangemerkt kan worden als een belanghebbende. Dat betekent dat verzoeker 1 geen belanghebbende is. Zijn verzoek gericht aan de burgemeester is dan ook geen aanvraag. Dit betekent dat de reactie van de burgemeester op dit verzoek niet aangemerkt kan worden als een besluit.
9. Omdat er geen sprake is van een besluit, is er geen sprake van de vereiste connexiteit. De voorzieningenrechter kan daarom het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet inhoudelijk behandelen. Aan de vraag of verzoekers 2 en 3 als belanghebbende aangemerkt kunnen worden, komt de voorzieningenrechter daarom niet toe.
10. De voorzieningenrechter begrijpt dat partijen graag een inhoudelijk oordeel hadden gekregen. Zonder een besluit kan de voorzieningenrechter dat oordeel echter niet geven. Het verzoek zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.