ECLI:NL:RBZWB:2025:2834
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over pensioenuitkeringen van een inwoner van België
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 mei 2025, wordt het beroep van een belanghebbende, inwoner van België, tegen een aanslag inkomstenbelasting (IB) voor het jaar 2019 beoordeeld. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslag opgelegd en het bezwaar van de belanghebbende ongegrond verklaard. De rechtbank behandelt de vraag of Nederland het heffingsrecht heeft over de pensioenuitkeringen van de belanghebbende, die onder andere afkomstig zijn van Aegon en Stichting pensioenfonds Honeywell. De rechtbank concludeert dat Nederland het heffingsrecht heeft over de Aegon-uitkering en een deel van de Honeywell-uitkering, en dat het beroep op het vertrouwensbeginsel van de belanghebbende niet slaagt. De rechtbank oordeelt dat de aanslag moet worden verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.924, en dat de belastingrente dienovereenkomstig moet worden aangepast. De uitspraak op bezwaar wordt vernietigd en de inspecteur moet het griffierecht vergoeden.