ECLI:NL:RBZWB:2025:2890
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Woo-verzoek
In deze zaak heeft de opposant verzet ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 28 maart 2025, waarin zijn beroep tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Financiën op zijn Woo-verzoek van 21 mei 2024 niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft in deze verzetzaak beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was en of het verzet gegrond was. De rechtbank concludeert dat het verzet ongegrond is, omdat de minister binnen twee weken na de ingebrekestelling op 6 augustus 2024 heeft beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opposant niet voldoende heeft aangetoond dat zijn rappel van 21 juni 2024 als een ingebrekestelling kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de uitspraak van 28 maart 2025 in stand gelaten en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 mei 2025.