ECLI:NL:RBZWB:2025:2965

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 mei 2025
Publicatiedatum
16 mei 2025
Zaaknummer
BRE 23/10588
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een Wajong-uitkering. Eiser, geboren in 1976, had op 22 november 2022 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 15 februari 2023 werd afgewezen. Het UWV stelde dat eiser over arbeidsvermogen beschikt, wat hij betwistte. De rechtbank heeft het beroep op 8 april 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het UWV. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser medisch gezien in staat is om vier uur per dag te werken, ondanks zijn beperkingen. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsartsen voldoende gemotiveerd hebben waarom een urenbeperking op preventieve gronden tot vier uur per dag gerechtvaardigd is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat hij niet vier uur per dag belastbaar is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats: Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/10588 Wajong

uitspraak van 16 mei 2025 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser,

gemachtigde: mr. L.L. Ross,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Eindhoven), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
1.1.
Het UWV heeft de aanvraag met het besluit van 15 februari 2023 (primair besluit) afgewezen. Met het bestreden besluit van 6 oktober 2023 op het bezwaar van eiser is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 8 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en mr. A.P.J. Mijs namens het UWV.

Totstandkoming van het bestreden besluit

2. Eiser, geboren op [geboortedag 1] 1976 (18 in 1994), heeft op 22 november 2022 een aanvraag gedaan voor een Wajong-uitkering.
2.1.
Een verzekeringsarts van het UWV heeft het dossier en de ontvangen informatie bestudeerd en eiser gezien op een spreekuur. De verzekeringsarts concludeert dat eiser beperkingen heeft in het functioneren op mentaal en sociaal gebied als gevolg van een persoonlijkheidsstoornis NAO en een dwangstoornis, naast een alcohol- en cannabisafhankelijkheid. Daarnaast ziet de verzekeringsarts aanleiding voor een beperking in de duurbelastbaarheid tot 4 uur per dag en 20 uur per week op preventieve gronden om overbelasting en toename in problematiek te voorkomen. Volgens de verzekeringsarts is eiser ten minste 4 uur per dag belastbaar en in staat om een uur aaneengesloten zelfstandig werkzaamheden te verrichten.
Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens gerapporteerd dat eiser beschikt over basale werknemersvaardigheden en dat hij met zijn beperkingen in staat is de taak ‘invoeren van gegevens’ (1601) te verrichten.
2.2.
Het UWV heeft de aanvraag met het besluit van 15 februari 2023 afgewezen, omdat eiser beschikt over arbeidsvermogen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
2.3.
Een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts b&b) heeft op basis van het dossier en de ingebrachte medische stukken gerapporteerd. Volgens de verzekeringsarts b&b is bij eiser geen sprake van een ernstige stoornis in de concentratie of in communicatie tijdens kortdurende zakelijke contacten. Wel vindt de verzekeringsarts b&b eiser beperkt ten aanzien van intensieve contacten met patiënten of cliënten. Uit eisers dagverhaal blijkt dat hij in staat is om een uur aaneengesloten een taak uit te voeren. De verzekeringsarts b&b volgt de verzekeringsarts in haar standpunt dat een urenbeperking op preventieve gronden geïndiceerd is. Uit de medische informatie blijkt volgens de verzekeringsarts b&b echter niet dat de belastbaarheid van vier uur op een dag naast de overige aangegeven beperkingen de mogelijkheden van eiser overschrijdt.
Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige b&b) onderschrijft het standpunt van de primaire arbeidsdeskundige, dat eiser over basale werknemersvaardigheden beschikt en de taak ‘invoeren van gegevens’ kan uitvoeren.
2.4.
Met het bestreden besluit van 6 oktober 2023 is het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Hiertegen is het beroep gericht.

Standpunt eiser

3. Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat hij duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Om preventieve redenen kan van hem niet worden verwacht dat hij 4 uur per dag werkt. Uit zijn feitelijke levensloop blijkt namelijk dat hij nooit langer dan 2 of 3 uur per dag heeft kunnen werken. De periode dat hij wel meer heeft gewerkt (met zwaar drugsgebruik), is hij volledig uitgevallen. De verzekeringsarts heeft wel een urenbeperking aangenomen, maar ten onrechte en onvoldoende gemotiveerd waar die urenbeperking is beperkt tot 4 uur per dag. Daarnaast heeft eiser tinnitus en een autisme spectrum stoornis (ASS) en lijkt hij tot meer in staat dan praktisch het geval is. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft eiser een samenvatting van zijn levensloop ingediend, brieven van een neef en een vriend en een rapportage van psycholoog [persoon] (Novadic Kentron).

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
4.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het UWV terecht geweigerd aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
5. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
5.1.
Omdat eiser zijn aanvraag na 1 januari 2015 heeft ingediend, is de Wajong zoals die geldt na 1 januari 2015 van toepassing.
5.2.
Recht op een Wajong-uitkering ontstaat pas indien de betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft.
Het UWV moet daarom eerst beoordelen of eiser voldoet aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
- eiser kan geen taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie
- eiser beschikt niet over basale werknemersvaardigheden
- eiser kan niet een uur aangesloten werken
- eiser is niet tenminste vier uur per dag belastbaar (dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het minimumloon te verdienen).
Wordt aan tenminste een van de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan dan ontbreekt arbeidsvermogen. Vervolgens moet het UWV dan beoordelen of deze situatie duurzaam is.
Bij de beoordeling maakt het UWV gebruik van de Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen (SMBA)-systematiek. Bij deze beoordeling staat de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ centraal. Voor het toepassen van de SMBA-systematiek heeft het UWV het ‘Compendium Participatiewet’ vastgesteld.
Datum in geding
6. Omdat eiser zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering geruime tijd na zijn 18e verjaardag heeft ingediend, is sprake van een laattijdige aanvraag. In dat geval is de datum van ontvangst van de aanvraag, 22 november 2022, de te beoordelen datum in geding. [1]
Omvang van het geschil
7. Eiser heeft ter zitting aangevoerd dat hij niet (langer) betwist dat hij 1 uur aaneengesloten kan werken, dat hij over basale werknemersvaardigheden beschikt en de taak ‘invoeren van gegevens’ kan uitvoeren. Wel in geschil is of eiser 4 uur per dag belastbaar is.
Is eiser 4 uur per dag belastbaar?
8. Belastbaar zijn voor vier uur per dag gaat over de vraag of de betrokkene gedurende 4 uur per dag benutbare mogelijkheden heeft. Dat hoeft niet aaneengesloten te zijn.
8.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts b&b voldoende gemotiveerd waarom een urenbeperking op preventieve gronden tot 4 uur per dag aangewezen is. De verzekeringsarts b&b verwijst daartoe naar de rapportage van de verzekeringsarts. Hierin is aangegeven dat bij eiser sprake is van complexe psychische problematiek waarbij het evenwicht als kwetsbaar wordt ingeschat. Vanwege een niet geheel stabiele medische situatie wordt de kans op overbelasting en daarmee terugval in medische problematiek (met name ten aanzien van dwanghandelingen en middelengebruik) reëel geacht. In het verleden is immers gebleken dat er meerdere malen een terugval in problematiek is geweest, waarbij eiser toegenomen klachten ervoer.
8.2.
Eiser heeft hiertegen aangevoerd dat uit zijn feitelijke levensloop blijkt dat hij geen 4 uur per dag belastbaar is, omdat hij nooit langer dan 2 of 3 uur per dag heeft kunnen werken. De periode dat hij wel meer heeft gewerkt, is hij volledig uitgevallen.
8.3.
De rechtbank ziet in het dossier onvoldoende grond om eiser hierin te volgen. De verzekeringsartsen hebben eiser beperkt geacht ten aanzien van het omgaan met stress, (tijds)druk, plotselinge veranderingen en onverwachte gebeurtenissen, en het hanteren van conflicten. Eisers ervaring dat hij niet meer belastbaar is dan 2 of 3 uur per dag, is het gevolg van een overschrijding van zijn belastbaarheid op de hiervoor genoemde aspecten in zijn werkzaamheden als taxichauffeur, medewerker in de zorg, bij een naschoolse opvang of als drummer in een band. Die werkzaamheden waren gelet daarop niet passend voor eiser. Dat betekent echter niet dat eiser niet vier uur per dag belastbaar is in het uitvoeren van een taak die de arbeidsdeskundige b&b wel passend acht. Het gaat bij de taak ‘invoeren van gegevens’ om enkelvoudige, routinematige, voorspelbare, gestructureerde werkzaamheden, waarbij geen beroep wordt gedaan op communicatieve en/of sociale vaardigheden of sprake is van blootstelling aan (intensieve) contacten met klachten en patiënten of aan conflicten. Eiser heeft niet met (medische) stukken onderbouwd dat hij in de uitvoering van een taak niet vier uur per dag belastbaar is.
8.4.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft aangenomen dat eiser medisch gezien, rekening houdend met zijn beperkingen, in staat moet worden geacht een passende werktaak te kunnen verrichten gedurende 4 uur per dag (al dan niet over de dag verdeeld).

Conclusie en gevolgen

9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser beschikt over arbeidsvermogen en dus terecht een Wajong-uitkering heeft geweigerd. Het beroep is ongegrond.
9.1.
Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard krijgt eiser geen proceskostenvergoeding. Ook krijgt hij het griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 16 mei 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Bijlage wettelijk kader

Wajong
Artikel 1a:1, eerste lid
Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b.na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Artikel 1a:1, tweede lid
De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
Artikel 1a:1, achtste lid
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld. Bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (het Schattingsbesluit).
Schattingsbesluit
Artikel 1a, eerste lid
Betrokkene heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
Artikel 1a, tweede lid
Een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 30 mei 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:1088, en 28 november 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:2266.