Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 mei 2025 in de zaken tussen
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Verder is de rechtbank van oordeel dat de inspecteur de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet heeft geschonden. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding van belanghebbende af. De rechtbank ziet aanleiding om belanghebbende te veroordelen tot vergoeding van de reiskosten van de inspecteur. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
Overwegingen
.Anders dan belanghebbende meent, is de rechtbank ook niet gebleken dat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslagen onrechtmatig of onzorgvuldig heeft gehandeld of enig andere beginsel van behoorlijk bestuur heeft geschonden. In de hiervoor genoemde uitspraken over de jaren 2010, 2016, 2018 en 2019 is dit door de rechtbank en het gerechtshof ook al uitgebreid gemotiveerd. De rechtbank concludeert daarom de beroepen van belanghebbende ongegrond zijn.