ECLI:NL:RBZWB:2025:3310
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) door belanghebbende B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst van 8 mei 2023, waarbij een naheffingsaanslag Bpm van € 7.497 is opgelegd. De rechtbank heeft het beroep op 15 april 2025 behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. M.U. Sahin en de inspecteur door twee inspecteurs. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag te hoog is en dat belanghebbende recht heeft op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelt vast dat de inspecteur de naheffingsaanslag op basis van een hertaxatie heeft opgelegd, maar dat de waarde van de auto en de schade niet correct zijn vastgesteld. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar, vermindert de naheffingsaanslag tot € 7.391 en kent een schadevergoeding van € 1.000 toe, waarvan € 300 voor rekening van de inspecteur en € 700 voor rekening van de Staat. De proceskostenvergoeding bedraagt € 3.108. De uitspraak is gedaan door mr. drs. M.M. de Werd op 27 mei 2025.