ECLI:NL:RBZWB:2025:3311
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) door belanghebbende B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 mei 2025, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 oktober 2023 beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 5.219 opgelegd voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) met betrekking tot een Audi Q7-55 TFSI. De rechtbank heeft op 15 april 2025 de zaak behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. M.U. Sahin en de inspecteur door twee inspecteurs. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag te hoog is en dat het beroep gegrond is. Tevens heeft belanghebbende recht op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn van twee jaar met vijf maanden is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 500, waarvan € 400 voor rekening van de inspecteur en € 100 voor de Staat. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar, vermindert de naheffingsaanslag tot € 3.505 en kent een proceskostenvergoeding van € 3.108 toe aan belanghebbende.