ECLI:NL:RBZWB:2025:3938
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- mr. Swaanen
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en verzoek tot vernietiging van het ontslag in het arbeidsrecht
In deze zaak verzoekt de werknemer het ontslag op staande voet te vernietigen. De kantonrechter wijst het verzoek af, omdat de werknemer niet de regels heeft opgevolgd bij het kopen van producten uit de winkel voor eigen gebruik. De werknemer was op de hoogte van de regels en heeft onvoldoende onderbouwd dat er minder strenge regels golden. De werknemer, sinds 26 juni 2017 in dienst bij de werkgever, werd op 19 december 2024 op staande voet ontslagen wegens het niet afrekenen van producten. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is verleend, omdat het onverwijld is gebeurd en er sprake was van een dringende reden. De werknemer had producten genuttigd zonder deze te betalen, wat in strijd was met de regels van de werkgever. De kantonrechter wijst ook het verzoek van de werkgever om een gefixeerde schadevergoeding toe, omdat de werknemer een dringende reden heeft gegeven voor het ontslag. De proceskosten komen voor rekening van de werknemer, omdat deze ongelijk krijgt en er sprake is van verwijtbaar handelen. De beschikking is gegeven op 24 juni 2025.