ECLI:NL:RBZWB:2025:4445

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
11276283 MB VERZ 24-691
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens te hard rijden buiten de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 29 km per uur boven de toegestane snelheid op de N288 Rondweg Biggekerke. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 14 mei 2025 was de betrokkene en zijn gemachtigde niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig om de zaak te bepleiten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze verklaring en heeft geoordeeld dat de boete terecht is opgelegd. Betrokkene's gemachtigde had aangevoerd dat de hoorplicht en het motiveringsbeginsel waren geschonden, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een structurele schending van de hoorplicht. De beslissing om de zaken zonder hoorzitting af te doen was een eenmalige maatregel, waardoor de hoorzittingen in de toekomst weer tijdig konden plaatsvinden.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11276283 \ MB VERZ 24-691
CJIB-nummer : 9062 5422 5970 6682
uitspraakdatum : 14 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 29 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op de N288 Rondweg Biggekerke kruising Valkenisseweg te Biggekerke op 23 juli 2023 om 02.09 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de hoorplicht en het motiveringsbeginsel is geschonden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De hoorplicht is geschonden maar dit heeft geen gevolgen nu er geen sprake is van een structurele schending van de hoorplicht.

Overwegingen

Inhoudelijk
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Dit wordt ook niet betwist.
De kantonrechter ziet in wat namens betrokkene is aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
Hoorplicht
Gemachtigde heeft aangevoerd dat betrokkene ten onrechte niet is gehoord. Het hof heeft in een arrest (ECLI:NL:GHARL:2024:5796) geoordeeld dat er een groep zaken is waarin betrokkenen door professioneel gemachtigden werden bijgestaan, waarbij de beroepen voor
1 oktober 2023 waren binnengekomen en waarin niet binnen de beslistermijn een hoorzitting kon worden gepland zodat het Parket CVOM niet tot horen kon overgaan. De beslissing om deze zaken zonder te horen af te doen is een eenmalige maatregel geweest, waardoor vanaf maart 2024 de hoorzittingen weer konden worden gevuld met zaken waarvan de beslistermijn nog niet was verstreken.
In deze zaak is na 1 oktober 2023 beslist door de officier van justitie op het administratief beroep, maar de motivering over hoge instroom van beroepschriften is slechts gebruikt in een (beperkte) batch zaken. Van een structurele schending van de hoorplicht is geen sprake, maar van een eenmalige maatregel om ervoor te zorgen dat daarna wel tijdig kon worden gehoord in alle gevallen.
De kantonrechter ziet in wat namens betrokkene is aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: