Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 februari 2025 op het verzet van
[belanghebbende] B.V., uit [plaats], belanghebbende
belanghebbende
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), de Minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Verzet van belanghebbende
“gesteld noch gebleken is dat gemachtigde de brieven van de inspecteur niet heeft ontvangen”.In de uitspraak op bezwaar van 10 augustus 2022 staat reeds vermeld dat tot drie keer toe per brief is verzocht om het overleggen van een machtiging met daarbij vermeld de data van de betreffende brieven. In het beroepschrift van 2 september 2022 en de op 3 oktober 2022 ingediende gronden van het beroep rept gemachtigde echter met geen woord over het niet ontvangen van deze drie brieven. Gemachtigde heeft in verzet de betwisting van de ontvangst van de herstelverzuimbrieven niet nader gespecificeerd of toegelicht, noch in de stukken, noch ter zitting. Bij het verweerschrift zijn voorts kopieën van de drie (herstelverzuim)brieven en de uitspraak op bezwaar gevoegd. Daaruit leidt de rechtbank af dat hetzelfde adres staat vermeld op elk van deze stukken, te weten het door gemachtigde in zijn bezwaarschrift genoemde adres. Bij het beroepschrift van gemachtigde is een kopie van de betreffende uitspraak op bezwaar overgelegd. Vast staat derhalve dat de uitspraak op bezwaar, die aan hetzelfde adres is toegezonden als de herstelverzuimbrieven, door gemachtigde is ontvangen. Gelet op al deze omstandigheden gaat de rechtbank, ook zonder verzendbewijs van de inspecteur, uit van de aannemelijkheid van de ontvangst van (tenminste één van) de herstelverzuimbrieven [3] .
Conclusie en gevolgen
(1 punt voor het indienen van het verzoek om schadevergoeding met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor 0,10). Voor vergoeding van griffierecht bestaat geen aanleiding. [6] Nu de overschrijding van de redelijke termijn zowel aan de inspecteur als aan de rechtbank is toe te rekenen, zal de rechtbank de inspecteur en de Minister ieder voor de helft veroordelen in de proceskosten.
Beslissing
- verklaart het verzet ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade ten bedrage van
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade ten bedrage van € 1.058,82;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van (de helft van) de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 45,35;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van (de helft van) de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 45,35.
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl). Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen: