In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 21 februari 2022 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres op 2 augustus 2023 verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak een vooraankondiging aan eiseres moet verzenden en dat er een dwangsom van € 100,- per dag moet worden betaald voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 453,50 voor proceskosten, omdat de zaak enkel over de overschrijding van de beslistermijn ging. De rechtbank draagt verweerder op om binnen zeven weken na de uitspraak een vooraankondiging te verzenden en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze een besluit op de aanvraag bekend te maken.