Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 12 augustus 2023 te [plaats 2] met [aangeefster] , van wie hij wist dat zij in staat van bewusteloosheid verkeerde en dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , te weten het brengen van zijn verdachtes vingers en/of tong in de vagina van die [aangeefster] en/of het likken van de schaamlippen en/of vagina van die [aangeefster] ;
op 12 augustus 2023 te [plaats 2] , door een andere
feitelijkheid, [aangeefster] , die zich in een kwetsbare positie bevond, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , immers heeft verdachte,
- zijn vingers in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [aangeefster]
[aangeefster] gebracht en
- zijn tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [aangeefster]
gebracht en
- de vagina en/of schaamlippen van die [aangeefster] gelikt
en bestaande die andere feitelijkheid hieruit dat verdachte,
- dicht achter en tegen die [aangeefster] aan is gaan liggen terwijl zij sliep en
toen zij wakker was
- onverhoeds bovengenoemde handelingen heeft uitgevoerd en
- misbruik heeft gemaakt van de omstandigheid dat die [aangeefster] net ontwaakt was en
- aldus een zodanige druk heeft doen opleveren, dat die [aangeefster] onvoldoende weerstand kon bieden en hier tegen geenverzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
.
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstraf van drie jaren;
[aangeefster] van
[aangeefster] € 8.083,94te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 12 augustus 2023 tot aan de dag der voldoening;
75 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;