In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025, beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de Dienst Toeslagen, die volgens haar niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 15 november 2023 voor aanvullende schadevergoeding bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS). De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres op 12 mei 2025 verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een besluit moet nemen, maar geeft verweerder in dit geval een langere termijn van zes weken, gezien het aantal aanvragen dat door verweerder behandeld moet worden. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt gelijk, en verweerder moet het griffierecht van € 53,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.