7.2.De arbeidsdeskundige b&b heeft het dossier bestudeerd en heeft overlegd met de verzekeringsarts b&b. De arbeidsdeskundige b&b heeft vervolgens gerapporteerd dat hij niet afwijkt van de conclusie van de primaire arbeidsdeskundige. Eiser kan een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie, bijvoorbeeld ‘sorteren van post’ (taak 1501). Ook beschikt eiser over basale werknemersvaardigheden. Eiser beschikt over arbeidsvermogen.
8. Eiser heeft in beroep – samengevat – aangevoerd dat het UWV ten onrechte stelt dat hij arbeidsvermogen heeft, nu hij dit niet heeft door zijn invaliditeit en het niet kunnen voltooien van een opleiding. Er is een urenbeperking van meer dan vier uren per dag en ten onrechte is aangenomen dat eiser één uur aaneengesloten kan werken. Vanwege de jarenlange negatieve mentale gevolgen voor eiser vanwege zijn levenslange fysieke handicap, kan hij zich niet één uur lang op een taak concentreren. De omstandigheid dat eiser nooit heeft deelgenomen aan het arbeidsproces maakt dat hij psychisch niet in staat is om arbeid te verrichten. Verder heeft eiser aangevoerd dat sprake is van een motiverings- en zorgvuldigheidsgebrek, nu onvoldoende is gemotiveerd waarom hij arbeidsvermogen heeft. Er is geen rekening gehouden met het ontbreken van enig arbeidsverleden, de handicap die daaraan ten grondslag ligt en de negatieve mentale gevolgen hiervan. Ook heeft de arbeidsdeskundige b&b geen nadere functies geduid, maar slechts verwezen naar de primaire arbeidsdeskundige en de door hem geduide taak. Ook heeft eiser aangevoerd dat hij niet geschikt is voor de door de arbeidsdeskundige geduide taken.
Eiser heeft een verzekeringsgeneeskundige contra-expertise overgelegd van [arts 1] – gecontrasigneerd door verzekeringsarts [arts 2] – van Het Expertise Orgaan van 14 januari 2025. [arts 1] heeft via videobellen contact gehad met eiser en heeft eiser een vragenlijst laten invullen. [arts 1] heeft onder andere eisers huidige behandeling, zijn klachten en zijn dagverhaal uitgevraagd en komt tot belastbaarheidsverschillen ten opzichte van de verzekeringsarts b&b van het UWV. [arts 1] concludeert dat eiser geen arbeidsvermogen had op 18-jarige leeftijd.
Standpunt UWV in reactie op het beroep
9. Het UWV heeft zich in het verweerschrift – samengevat – op het standpunt gesteld dat een verzekeringsarts moet beoordelen of iemand vier uur per dag en één uur aaneengesloten kan werken, allereerst op basis van anamnese. Uit het dossier blijkt dat de locomotore klachten vooropstaan, vandaar dat het medische onderzoek zich daar allereerst op richt. Daarnaast is ook de psychische situatie tegen het licht gehouden tijdens het spreekuur en de hoorzitting. Uit de rapportage van de primaire verzekeringsarts blijkt dat deze eisers cognitieve vermogens, concentratie enzovoorts heeft onderzocht. Ook tijdens de hoorzitting van 40 minuten bleek niet van onderbrekingen en kon eiser zich goed presenteren. Het al of niet voltooien van een opleiding is geen beoordelingscriterium voor de Wajong. Het gaat ook niet om te duiden functies maar om een taak. Verder komt de beoordeling door de gemeente tot stand op basis van een ander wettelijk beoordelingskader dan een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling. Het UWV hanteert het regime van het Schattingsbesluit en de Standaard duurbelastbaarheid in Arbeid.
De verzekeringsarts b&b heeft de criteria van de Standaard Duurbelastbaarheid weergegeven en concludeert dat eiser in passende arbeid vier uur per dag en één uur aaneengesloten kan werken. Bepalend is of iemand een taak kan verrichten.
10. De rechtbank stelt het volgende voorop. Omdat eiser zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering geruime tijd na zijn 18e verjaardag heeft ingediend, namelijk pas in 2023, is sprake van een laattijdige aanvraag. In dat geval moet het UWV ook onderzoeken of eiser binnen (de reeds verstreken periode van) vijf jaar na zijn 18e verjaardag alsnog jonggehandicapte in de zin van de Wajong is geworden.Volgens vaste rechtspraak draagt de aanvrager in geval van een laattijdige aanvraag de bewijslast om met objectieve medische gegevens aannemelijk te maken dat hij op 18-jarige leeftijd en vijf jaar daarna voldeed aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering, omdat het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker is vast te stellen.In het geval van eiser loopt de te beoordelen periode van [datum] 1980 tot en met [datum] 1985 en draagt hij dus ook de bewijslast.
11. Recht op een Wajong-uitkering ontstaat pas indien de betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft. Het UWV moet daarom eerst beoordelen of eiser voldoet aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
- eiser kan geen taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie
- eiser beschikt niet over basale werknemersvaardigheden
- eiser kan niet een uur aangesloten werken
- eiser is niet tenminste vier uur per dag belastbaar (dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het minimumloon te verdienen).
Wordt aan tenminste een van deze voorwaarden voldaan dan ontbreekt arbeidsvermogen. Vervolgens moet het UWV dan beoordelen of deze situatie duurzaam is.
12. Niet in geschil is dat eiser basale werknemersvaardigheden heeft. De andere drie voorwaarden zijn wel in geschil. Ook heeft eiser aangevoerd dat de besluitvorming van het UWV niet zorgvuldig is en dat daaraan een motiveringsgebrek kleeft.