ECLI:NL:RBZWB:2025:6356
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 september 2025, wordt de niet-ontvankelijkheid van de beroepen van belanghebbende B.V. behandeld. De beroepen zijn gericht tegen de WOZ-beschikkingen en de onroerendezaakbelasting voor verschillende objecten. De rechtbank oordeelt dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht van € 371,- niet tijdig is betaald. De rechtbank wijst erop dat de griffier belanghebbende tijdig heeft geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en dat belanghebbende geen verontschuldiging heeft gegeven voor het niet betalen. Hierdoor blijft de beslissing van de heffingsambtenaar in stand.
Daarnaast heeft belanghebbende verzocht om een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelt dat, ondanks de niet-ontvankelijkheid van het beroep, er recht bestaat op een schadevergoeding van € 500,- vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van meer dan twee jaar. De rechtbank veroordeelt de Staat der Nederlanden tot betaling van deze schadevergoeding en tot betaling van proceskosten van € 22,68 aan belanghebbende. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.