ECLI:NL:RBZWB:2025:6478
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag BPM en de toepassing van de herleidingsmethode
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 oktober 2025, wordt het beroep van [bedrijf] BV tegen de naheffingsaanslag BPM beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 20.133 opgelegd, welke na bezwaar werd verminderd tot € 16.768. De rechtbank behandelt de vraag of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en of het taxatierapport van belanghebbende kan worden gebruikt. De rechtbank concludeert dat het taxatierapport niet voldoet aan de wettelijke eisen en dus niet kan worden gebruikt. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en dat de inspecteur geen rekening heeft gehouden met schade aan de auto. Daarnaast wordt de herleidingsmethode besproken, waarbij de rechtbank zich baseert op een arrest van de Hoge Raad dat deze methode niet aansluit bij de wettelijk toegestane methoden voor afschrijving. De rechtbank oordeelt ook over de kostenvergoeding in de bezwaarfase, waarbij de vergoeding wordt vastgesteld op € 1.294. Tot slot wordt een immateriële schadevergoeding van € 500 toegekend aan belanghebbende vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De totale vergoeding voor proceskosten bedraagt € 3.108. De rechtbank verklaart het beroep gegrond voor zover het de kostenvergoeding betreft, maar ongegrond voor de overige onderdelen.