ECLI:NL:RBZWB:2025:7011
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de voorzieningenrechter in geschil over bevordering naar VWO 3
Op 17 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, de moeder van een leerling, een voorlopige voorziening vroeg tegen de beslissing van de school om haar dochter niet te bevorderen naar VWO 3, maar naar HAVO 3. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat zij onbevoegd is om op het verzoek te beslissen. Dit oordeel is gebaseerd op de vaststelling dat de school en de Raad van Bestuur van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) niet als bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen worden aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft de relevante artikelen van de Awb aangehaald en geconcludeerd dat er geen sprake is van een besluit in de zin van de Awb, waardoor er geen beroep bij de bestuursrechter openstaat. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en het griffierecht teruggestort aan verzoekster. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.