ECLI:NL:RBZWB:2025:7262
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en de informatiebeschikking door de rechtbank
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een twee-onder-een-kapwoning, vastgesteld op € 465.000 per 1 januari 2022. Belanghebbende, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 16 september 2025, waarbij de gemachtigde van belanghebbende zich afmeldde. De rechtbank oordeelde dat de waarde van de woning niet te hoog was vastgesteld en dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd om de WOZ-beschikking te weerleggen. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar de waarde redelijk had geschat en dat het beroep ongegrond was. Belanghebbende kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink op 28 oktober 2025.