ECLI:NL:RBZWB:2025:7263
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een vrijstaande woning in Waalwijk
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 oktober 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een vrijstaande woning, vastgesteld op € 435.000 per 1 januari 2022. Belanghebbende, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank behandelt het beroep en constateert dat belanghebbende niet heeft gereageerd op verzoeken om informatie, wat leidde tot een bewijslast-sanctie. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning redelijk heeft geschat en dat belanghebbende niet overtuigend heeft aangetoond dat de WOZ-beschikking onjuist is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.