ECLI:NL:RBZWB:2025:7535
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van de burgemeester tot oplegging van een last onder dwangsom wegens drugshandel
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 oktober 2025, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing van de burgemeester van Geertruidenberg behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die was opgelegd vanwege vermeende drugshandel. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester niet bevoegd was om deze last op te leggen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat eiser artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) heeft overtreden. De rechtbank concludeert dat de burgemeester onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de veronderstelling dat eiser zich schuldig maakte aan drugshandel. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waardoor de last onder dwangsom met terugwerkende kracht ongedaan wordt gemaakt. Eiser krijgt tevens een vergoeding voor de gemaakte proceskosten en het griffierecht. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om hun besluiten deugdelijk te onderbouwen, vooral in zaken die de rechten van burgers aangaan.