Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 september 2025 in de zaken tussen
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser
verweerder I)
verweerder II)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft eiser meerdere verzoeken ingediend op basis van de Wet open overheid (Woo) bij de gemeenten Woensdrecht en Vlissingen. De verzoeken zijn door de colleges van burgemeester en wethouders buiten behandeling gesteld, omdat eiser niet voldeed aan de vereisten, zoals het indienen van een recent uittreksel uit het bevolkingsregister. Eiser heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 24 september 2025 is eiser niet verschenen, terwijl de gemachtigden van de verweerders wel aanwezig waren. De rechtbank heeft vervolgens de ontvankelijkheid van de beroepen beoordeeld. Hierbij is gekeken naar de mogelijkheid van misbruik van recht, aangezien eiser in korte tijd een groot aantal Woo-verzoeken heeft ingediend bij verschillende instanties in het land. De rechtbank concludeert dat eiser zijn bevoegdheid om beroep in te stellen heeft misbruikt, omdat hij geen duidelijk belang heeft aangetoond bij zijn verzoeken. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk verklaard, en eiser krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten.