ECLI:NL:RBZWB:2025:7621
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij niet tijdig beslissen op schadeverzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 november 2025, in de zaak met nummer BRE 25/3673, wordt geoordeeld over een beroep van eiseres tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres stelt dat het college niet tijdig heeft beslist op haar ingediende schadeclaim. De rechtbank oordeelt echter dat zij onbevoegd is om het beroep te behandelen. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer de bestuursrechter kennelijk onbevoegd is.
De rechtbank legt uit dat een verzoek om schadevergoeding niet kan worden aangemerkt als een verzoek om een besluit te nemen. Dit betekent dat het uitblijven van een reactie van het college op de schadeclaim van eiseres niet kan worden gezien als het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank merkt ook op dat er geen dwangsommen kunnen worden verbeurd, omdat er geen sprake is van een aanvraag om een beschikking.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank zich onbevoegd en besluit zij dat het griffierecht aan eiseres moet worden vergoed. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, waarbij zij binnen zes weken een verzetschrift kunnen indienen.