ECLI:NL:RBZWB:2025:7687
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing over niet-ontvankelijkheid van bezwaren tegen belastingaanslagen
Op 10 november 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank beoordeelt de beroepen van de belanghebbende tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de inspecteur, die betrekking hebben op aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2014, 2015, 2016 en 2018, evenals de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over de jaren 2015 en 2016. De rechtbank constateert dat de bezwaren van de belanghebbende zijn ingetrokken, wat leidt tot de conclusie dat deze bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting, omdat de beroepen kennelijk ongegrond zijn. De inspecteur had eerder de bezwaren van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze eerder bezwaar had gemaakt en deze bezwaren had ingetrokken. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de bezwaren door de gemachtigde van de belanghebbende, de heer [persoon], rechtsgeldig was en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de intrekking ongedaan kunnen maken. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en laat de bestreden besluiten in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.