In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 14 november 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaarschrift behandeld. Eiser, die in de nabijheid van een supermarkt woont, heeft bezwaar gemaakt tegen maatwerkvoorschriften die aan de supermarkt zijn opgelegd op basis van het Activiteitenbesluit. Eiser is van mening dat er meer maatwerkvoorschriften nodig zijn om geluidsoverlast te beperken. De rechtbank heeft eerder in verschillende uitspraken het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen opgedragen om tijdig besluiten te nemen op de bezwaren van eiser. Ondanks deze eerdere uitspraken heeft het college opnieuw niet tijdig een besluit genomen, wat heeft geleid tot het indienen van een nieuw beroep door eiser op 25 oktober 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk was op het moment van indienen, maar dat het procesbelang inmiddels was vervallen omdat het college op 14 november 2023 een nieuw besluit had genomen. De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk en oordeelt dat zij onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep tegen het besluit van 14 november 2023. Eiser heeft recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, die door het college moeten worden vergoed.