ECLI:NL:RVS:2001:AE8221
Raad van State
- Eerste en enige aanleg
- J.J.M.S. Leyten-de Wijkerslooth
- J.R. Schaafsma
- F.P. Zwart
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens geluidoverlast van een sporthalkantine
In deze zaak heeft appellant, A, een verzoek ingediend om schadevergoeding wegens geluidoverlast van een sporthalkantine in Maarssen. Het verzoek om schadevergoeding dateert van 30 december 1996, waarna appellant bezwaar maakte tegen het uitblijven van een beslissing. De burgemeester en wethouders van Maarssen verklaarden het bezwaar op 29 oktober 1997 niet-ontvankelijk. In een eerdere uitspraak van 30 maart 1999 werd dit besluit door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd. Vervolgens hebben de verweerders op 15 augustus 2000 het bezwaar ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 25 september 2001 werd de zaak behandeld. Appellant stelde dat hij schade had geleden door verminderd woongenot en waardedaling van zijn woning als gevolg van de geluidoverlast. De verweerders betwistten echter het causaal verband tussen de overlast en de waardedaling en stelden dat er geen bewijs was voor de immateriële schade. Bovendien werd aangevoerd dat appellant geen bezwaar had gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek om handhaving, waardoor dit formele rechtskracht had gekregen.
De Raad van State oordeelde dat de verweerders in strijd met de Wet milieubeheer niet tijdig op het verzoek van appellant hadden gereageerd. Desondanks oordeelde de Raad dat appellant onvoldoende bewijs had geleverd dat de schade voortvloeide uit het niet tijdig nemen van een besluit. De Raad concludeerde dat de verweerders het verzoek om schadevergoeding terecht hadden afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.