200405159/1.
Datum uitspraak: 16 februari 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 mei 2004 in het geding tussen:
appellanten en [wederpartij A] en [wederpartijen], allen wonend te [woonplaats],
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam.
Bij brief van 14 maart 2003 heeft de portefeuillehouder Stadsdeelwerken van het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam, voorzover hier van belang, aan de bewoners van de De Genestetstraat e.o. te Amsterdam meegedeeld dat zal worden begonnen met het verwijderen van de parkeerplaatsen in de De Genestetstraat tussen de Jacob van Lennepkade en de Bosboom Toussaintstraat en dat op de vrijgekomen plaatsen plantenbakken, fietsenrekken en gietijzeren bollen worden geplaatst.
Bij besluit van 27 mei 2003 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam (hierna: het dagelijks bestuur) het daartegen door appellanten en [wederpartij A] gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 12 mei 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen door [wederpartijen] ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard en het beroep van appellanten en [wederpartij A] ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief van 22 juni 2004, bij de Raad van State ingekomen op 23 juni 2004, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 22 juli 2004. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 18 augustus 2004 heeft het dagelijks bestuur van antwoord gediend.
Bij brief van 22 november 2004 is van de kant van appellanten een nader stuk ingekomen. Dit is aan de wederpartij toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 december 2004, waar appellanten, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. G.H.L. Weesing, advocaat te Amsterdam, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. I.H. van den Berg, advocaat te Amsterdam, vergezeld van mr. S. Antonius en J.P. Voncken, zijn verschenen.
2.1. Bij besluit van 27 mei 2003 heeft het dagelijks bestuur het bezwaar van appellanten tegen het verwijderen van de parkeerplaatsen in het desbetreffende gedeelte van de De Genestetstraat en het plaatsen van gietijzeren bollen, plantenbakken en fietsenrekken op de vrijgekomen ruimtes niet-ontvankelijk verklaard, aangezien hieruit geen rechtsgevolgen voortvloeien en het aantal categorieën weggebruikers niet wordt gewijzigd, zodat geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.2. De rechtbank heeft onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 24 december 2002 in zaak no.
200203539/1(AB 2003, 175) het standpunt van appellanten, dat het opheffen van de parkeerplaatsen een beperking van het aantal categorieën weggebruikers impliceert zodat een verkeersbesluit nodig is, verworpen en het beroep van appellanten ongegrond verklaard.
2.3. Appellanten, bewoners van de Jacob van Lennepkade, betogen in hoger beroep, samengevat weergegeven, dat, anders dan in de Czaar Peterstraat, waarop de uitspraak van de Afdeling van 24 december 2002 betrekking heeft, hier wel degelijk sprake is van een beperking van het aantal categorieën weggebruikers, aangezien het gedeelte van de weg waarop de parkeerplaatsen zich bevonden, nu fysiek is afgesloten en dus niet langer openstaat voor gemotoriseerd verkeer.
2.4. Dit betoog faalt. De omstandigheid dat de stroken aan weerszijden van het in het geding zijnde gedeelte van de De Genestetstraat fysiek zijn afgesloten en daarmee niet meer voor motorvoertuigen toegankelijk zijn, zodat daar ook niet meer kan worden geparkeerd, brengt, zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen, geen verandering in de situatie dat het gedeelte van de De Genestetstraat tussen de Jacob van Lennepkade en de Bosboom Toussaintstraat als voorheen openstaat voor gemotoriseerd verkeer. Van een beperking van het aantal categorieën weggebruikers dat gebruik kan maken van het gedeelte van de De Genestetstraat tussen de Jacob van Lennepkade en de Bosboom Toussaintstraat, is dan ook geen sprake.
2.5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. W.D.M. van Diepenbeek, Leden, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Broodman, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. Broodman
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2005