ECLI:NL:RVS:2018:3961

Raad van State

Datum uitspraak
5 december 2018
Publicatiedatum
5 december 2018
Zaaknummer
201802606/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkheid en ongegrondverklaring van bezwaren op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 februari 2018. De rechtbank had eerder drie besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk van 16 mei 2017 bekrachtigd, waarin de bezwaren van [appellant] tegen besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet-ontvankelijk en ongegrond waren verklaard. De rechtbank oordeelde dat [appellant] misbruik van recht had gemaakt en wees ook verzoeken om schadevergoeding af.

[Appellant] heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 28 november 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandeld. Het college was vertegenwoordigd door mr. A.G.M. Ostojic-Hanssen. De Afdeling heeft overwogen dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt. Dit oordeel is in lijn met eerdere uitspraken van de Afdeling waarin vergelijkbare feiten aan de orde waren.

De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen. De uitspraak is openbaar gedaan op 5 december 2018.

Uitspraak

201802606/1/A3.
Datum uitspraak: 5 december 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 februari 2018 in zaken nrs. 17/3832, 17/3833 en 17/3835 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk.
Procesverloop
Bij drie besluiten van 16 mei 2017 heeft het college de door [appellant] gemaakte bezwaren tegen besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet-ontvankelijk onderscheidenlijk ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 15 februari 2018 heeft de rechtbank de daartegen door [appellant] ingestelde beroepen niet-ontvankelijk onderscheidenlijk ongegrond  verklaard. Voorts heeft de rechtbank verzoeken van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 november 2018, waar het college, vertegenwoordigd door mr. A.G.M. Ostojic-Hanssen, is verschenen.
Overwegingen
1.    De rechtbank heeft haar beslissingen in de aangevallen uitspraak gebaseerd op het oordeel dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt. Hetgeen [appellant] in hoger beroep naar voren brengt, biedt geen aanleiding om de aangevallen uitspraak onjuist te achten. Hierbij is van belang dat de Afdeling in de uitspraken van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2290, ECLI:NL:RVS:2018:2291 en ECLI:NL:RVS:2018:2345 heeft geoordeeld dat [appellant] in de desbetreffende zaken misbruik van recht heeft gemaakt. De feiten in die zaken zijn vergelijkbaar met de feiten in de thans voorliggende zaak.
2.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd.
3.    Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. Hartsuiker, griffier.
w.g. Slump    w.g. Hartsuiker
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 december 2018
620.