ECLI:NL:RVS:2019:96
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bestemmingsplan en invordering dwangsom in het kader van detailhandel op bedrijventerrein
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Verasun B.V. tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven had op 15 december 2016 een last onder dwangsom opgelegd aan Verasun, omdat zij in strijd met het bestemmingsplan 'De Hurk 1988' detailhandelsactiviteiten zou verrichten vanuit een pand aan de Rooijakkersstraat 30 te Eindhoven. Verasun betoogde dat zij geen detailhandel bedreef, omdat zij geen goederen aan eindgebruikers verkocht, maar enkel aan wederverkopers. De rechtbank oordeelde echter dat het gebruik van het pand wel degelijk onder detailhandel viel, en verklaarde het beroep van Verasun ongegrond.
In hoger beroep voerde Verasun aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat zij in strijd met het bestemmingsplan handelde. Ook stelde zij dat de invordering van een dwangsom van € 25.000,00 onterecht was, omdat zij de last niet had overtreden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar verklaarde het beroep tegen de invordering van de dwangsom gegrond. De Afdeling oordeelde dat Verasun niet in strijd met de last had gehandeld, omdat er geen bewijs was dat het pand nog werd gebruikt voor de verkoop aan eindgebruikers. De invordering van de dwangsom werd vernietigd en het college werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Verasun.