ECLI:NL:RVS:2020:2009
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 19 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 24 september 2018 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 21 juli 2020 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen geconstateerd dat de vreemdeling verzocht heeft om te bepalen dat hij niet wordt uitgezet en dat hij opvang en verstrekkingen ontvangt. Gezien de omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen, in lijn met eerdere uitspraken van de Afdeling. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is bovendien veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 525,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 19 augustus 2020.