ECLI:NL:RVS:2021:17
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring aanvraag verblijfsvergunning asiel
Op 8 januari 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 10 maart 2020 besloten om de aanvraag van de vreemdeling niet in behandeling te nemen. De rechtbank Den Haag had op 1 december 2020 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de vreemdeling eerder al een rechtsingang had gehad om zijn feitelijke overdracht aan te vechten, en dat de staatssecretaris daarom geen grond had om alsnog op het bezwaar van de vreemdeling te beslissen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het bezwaar van de vreemdeling niet-ontvankelijk was verklaard. De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 januari 2021.