ECLI:NL:RVS:2023:1513
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag werd op 23 februari 2021 afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de vreemdeling op 18 juni 2021 ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. B.J. Manspeaker, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 april 2023 uitspraak gedaan. In de overwegingen werd onder andere ingegaan op de veiligheidssituatie in Venezuela, waar de vreemdeling vandaan komt. De Afdeling oordeelde dat de veiligheidssituatie in Venezuela niet zo ernstig is dat vreemdelingen daar enkel door hun aanwezigheid een risico lopen op ernstige schade. Dit oordeel was eerder al vastgesteld in een uitspraak van 22 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1054).
De Afdeling concludeerde dat de grieven van de vreemdeling niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank leiden. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 april 2023.