ECLI:NL:RVS:2023:1513

Raad van State

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
202104064/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag werd op 23 februari 2021 afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de vreemdeling op 18 juni 2021 ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. B.J. Manspeaker, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 april 2023 uitspraak gedaan. In de overwegingen werd onder andere ingegaan op de veiligheidssituatie in Venezuela, waar de vreemdeling vandaan komt. De Afdeling oordeelde dat de veiligheidssituatie in Venezuela niet zo ernstig is dat vreemdelingen daar enkel door hun aanwezigheid een risico lopen op ernstige schade. Dit oordeel was eerder al vastgesteld in een uitspraak van 22 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1054).

De Afdeling concludeerde dat de grieven van de vreemdeling niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank leiden. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 april 2023.

Uitspraak

202104064/1/V2.
Datum uitspraak: 19 april 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 18 juni 2021 in zaak nr. NL21.3066 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 23 februari 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 18 juni 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. B.J. Manspeaker, advocaat te Dordrecht, hoger beroep ingesteld.
Desgevraagd heeft de staatssecretaris een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       Voor zover de vreemdeling in de eerste en tweede grief klaagt over de algehele veiligheidssituatie in Venezuela, leidt dit niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. In de uitspraak van 22 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1054, heeft de Afdeling geoordeeld dat de veiligheidssituatie in Venezuela niet zo ernstig is dat een vreemdeling met de Venezolaanse nationaliteit enkel door zijn aanwezigheid daar een risico loopt op ernstige schade. Het hoger beroep biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen. Dit betekent dat de eerste en tweede grief in zoverre falen.
2.       Dat wat de vreemdeling overigens in hoger beroep heeft aangevoerd, leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
3.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.J.M. Baldinger, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.
w.g. Baldinger
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Tibold
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 april 2023
853-984