ECLI:NL:RVS:2023:2306
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag door staatssecretaris Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 februari 2023, waarin het beroep van de vreemdeling ongegrond werd verklaard. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 december 2022 niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.W. Eikelboom, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 6 april 2023 laten weten dat hij het eerdere besluit heeft ingetrokken en dat de asielaanvraag van de vreemdeling nu in de nationale asielprocedure zal worden behandeld. Ondanks deze ontwikkeling heeft de vreemdeling ervoor gekozen om het hoger beroep niet in te trekken en verzocht om een veroordeling van de staatssecretaris in de proceskosten.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De vreemdeling heeft geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling, aangezien hij zijn doel heeft bereikt met de intrekking van het besluit door de staatssecretaris. Bovendien is vastgesteld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden, omdat de asielaanvraag alsnog in behandeling is genomen als gevolg van tijdsverloop. De uitspraak werd gedaan op 14 juni 2023.