ECLI:NL:RVS:2023:2877
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in hoger beroep door vreemdeling na intrekking door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 26 juli 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft verzocht om veroordeling in de proceskosten. Dit verzoek volgde op de intrekking van het hoger beroep door de staatssecretaris, die eerder hoger beroep had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 18 juni 2019. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.H. Hillen, had kosten gemaakt in verband met een prejudiciële procedure die door het Hof van Justitie was behandeld. De staatssecretaris trok het hoger beroep in na de prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie op 8 november 2022, maar de Afdeling oordeelde dat er geen aanleiding was om het verzoek van de vreemdeling toe te wijzen. De Afdeling stelde vast dat er sprake was van samenhangende zaken en dat de staatssecretaris al was veroordeeld tot vergoeding van proceskosten in een andere uitspraak. Uiteindelijk werd het verzoek van de vreemdeling afgewezen, en de staatssecretaris hoefde geen proceskosten te vergoeden.