ECLI:NL:RVS:2023:3245
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de vreemdeling, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die haar aanvraag had afgewezen. De rechtbank had op 25 juli 2023 geoordeeld dat het beroep van de vreemdeling ongegrond was. De vreemdeling heeft vervolgens de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan en heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgedragen om de vreemdeling niet uit te zetten totdat er een beslissing op het hoger beroep is genomen. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 837,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De voorzieningenrechter heeft deze beslissing genomen op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij ook artikel 8:83, derde lid, van toepassing is. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces en de bescherming van de rechten van vreemdelingen in asielprocedures.