ECLI:NL:RVS:2023:4070
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet in behandeling nemen van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 2 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris op 26 juni 2023 niet in behandeling is genomen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 26 juli 2023 de aanvraag gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
In de overwegingen van de Raad van State werd de rechtsvraag behandeld of de staatssecretaris deugdelijk had gemotiveerd dat hij voor Kroatië van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht uitgaan. De Afdeling oordeelde dat de grief van de staatssecretaris slaagde, en verklaarde het hoger beroep gegrond. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de Afdeling beoordeelde het beroep verder. De vreemdeling had betoogd dat zijn asielaanvraag in behandeling moest worden genomen vanwege bijzondere, individuele omstandigheden, maar had deze niet voldoende toegelicht.
Uiteindelijk verklaarde de Raad van State het beroep ongegrond en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 november 2023.