ECLI:NL:RVS:2023:4217
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel na eerdere vernietiging door rechtbank
Op 15 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag was oorspronkelijk afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 17 oktober 2022. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 15 december 2022 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen.
Na de uitspraak van de rechtbank heeft de staatssecretaris op 28 februari 2023 de aanvraag alsnog ingewilligd en de vreemdeling een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend. De vreemdeling heeft hierop gereageerd, maar de staatssecretaris heeft laten weten dat de vreemdeling het doel van de procedure heeft bereikt.
De Raad van State oordeelde dat de vreemdeling geen belang meer had bij de beoordeling van het hoger beroep, aangezien haar aanvraag inmiddels was ingewilligd. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. van Kesteren, griffier.