ECLI:NL:RVS:2023:4564
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning
Op 11 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 25 augustus 2023 niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 9 november 2023 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.E. Visscher, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Bovendien werd opgemerkt dat de rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde was, eerder door de Afdeling was beantwoord, waardoor er geen aanleiding was om anders te oordelen.
Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, waarbij mr. C.C.W. Lange als voorzieningenrechter en mr. M.W. Schippers als griffier aanwezig waren.