ECLI:NL:RVS:2023:4594
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 13 december 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 26 juli 2023 besloten om de aanvraag van de vreemdeling niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank Den Haag had op 31 augustus 2023 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Pol, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. De rechtsvragen die in het hoger beroep aan de orde zijn, zijn eerder door de Afdeling beantwoord in een eerdere uitspraak van 1 november 2023. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 december 2023, waarbij mr. C.C.W. Lange als lid van de enkelvoudige kamer de beslissing heeft vastgesteld, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier.