ECLI:NL:RVS:2024:1243
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet in behandeling nemen verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling is genomen. Dit besluit dateert van 25 november 2022. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, heeft op 12 januari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien hij zijn doel heeft bereikt. De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken om deze overweging te onderbouwen.
Uiteindelijk verklaart de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet verder wordt behandeld. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat hij de asielaanvraag alsnog in behandeling heeft genomen als gevolg van tijdsverloop, en niet omdat hij tegemoet is gekomen aan de vreemdeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.