ECLI:NL:RVS:2024:1582
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 20 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 27 maart 2024 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de staatssecretaris vernietigde en de staatssecretaris opdroeg binnen vier weken een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 april 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris verzocht om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep nader onderzoek vergt, en dat de procedure zich daar niet goed voor leent. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, wat betekent dat de uitvoering van de uitspraak van de rechtbank wordt opgeschort.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing is genomen door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 april 2024.