ECLI:NL:RVS:2024:1924
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na in behandeling nemen aanvragen door staatssecretaris
In deze zaak hebben vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. H.M. Pot, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 14 maart 2024 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaarde. De vreemdelingen hadden aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvragen op 20 november 2023 niet in behandeling genomen. Na het instellen van hoger beroep heeft de staatssecretaris echter besloten om de asielaanvragen alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor hebben de vreemdelingen onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van hun hoger beroep, aangezien zij hun doel hebben bereikt. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat hij de aanvragen alsnog in behandeling heeft genomen en niet tegemoet is gekomen aan de vreemdelingen. De uitspraak is gedaan op 8 mei 2024 door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.