ECLI:NL:RVS:2024:2001
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel niet-ontvankelijk verklaard
Op 6 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. Op 13 juni 2023 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.E. Stassen-Buijs, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Nadat het hoger beroep was ingesteld, heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Raad van State overweegt dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij zijn doel heeft bereikt. De Raad van State verwijst naar eerdere uitspraken om deze overweging te onderbouwen.
Uiteindelijk verklaart de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat hij de asielaanvraag als gevolg van tijdsverloop alsnog in behandeling heeft genomen, en niet aan de vreemdeling tegemoet is gekomen. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Buntjer, griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 mei 2024.