ECLI:NL:RVS:2024:2950
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 18 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 29 mei 2024 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de staatssecretaris vernietigde en hem opdroeg een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 18 juli 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De minister van Asiel en Migratie verzocht de voorzieningenrechter om de uitspraak van de rechtbank niet te hoeven uitvoeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, met de overweging dat het treffen van een voorlopige voorziening in hoger beroep niet leidt tot opschorting van de overdrachtstermijn.
De voorzieningenrechter heeft de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgekomen in verband met de behandeling van het verzoek. De totale kosten zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 juli 2024.